Dat het literaire vertaalveld dringend impulsen nodig heeft staat buiten kijf: vertalen met kunstmatige intelligentie rukt op, taalopleidingen verdwijnen als sneeuw voor de zon, de aanwas van nieuwe vertalers stagneert, uitgevers aarzelen hoe langer hoe meer om vertalingen uit te brengen. De pijn wordt niet het meest gevoeld bij de grotere talen waarvoor nog altijd mensen en middelen beschikbaar zijn. Maar bij de kleinere talen, waarvoor geen opleidingen zijn en dus geen of nauwelijks vertalers, is de situatie zo niet hopeloos dan toch dramatisch. Universiteiten hebben afscheid genomen van het idee expertise op het gebied van kleine vreemde talen te ontwikkelen. In het vertaalveld zoeken verantwoordelijke instanties naar manieren om deze lacune te vullen, maar het blijft lastig om systematische oplossingen te bedenken.
Het tijdschrift Terras, dat zich richt op het vertalen van internationale literatuur, is dagelijks met vertalingen en vertalers in de weer: het wil nieuwe stemmen ontdekken, aandragen, inleiden, vertalen, presenteren en neerzetten in nieuwe vruchtbare grond. Daarbij voelde en voelt de redactie voortdurend de schaarste aan literair vertalers van teksten in veel ‘kleine’ talen, met name voor poëzie – we noemen het Groenlands, het Oerdoe, het Oeigoers.
Met steun van het Cultuurfonds start Terras met de inrichting van zogenaamde vertaalcellen, waarin bijzondere expertise wordt gebundeld: kleine vertaalcollectieven waarin een taalexpert samenwerkt met een redacteur en twee literair vertalers (een met weinig en een met meer of veel ervaring) om belangwekkende literaire teksten te ontsluiten en de relatief onbekende wereld en cultuur die erin schuilgaat toegankelijk te maken voor Nederlandstalige lezers. Het idee is om vertalers en aspirant-vertalers samen te brengen rond talen die nog geen of nauwelijks vertalingen hebben.
Om het gebrek aan (jonge, nieuwe) vertalers voor kleine talen op te vangen, zet Terras een vertalerspool op waarvan de leden elkaar ideeën aandragen, elkaars kennis verrijken en vertaalvaardigheden stimuleren. Het model waarmee gewerkt wordt is dat van de collectieve vertaling, met dien verstande dat de vertalingen vervolgens individueel hun uiteindelijke en concrete vorm krijgen. In Nederland is nog relatief weinig gewerkt met collectieve vertalingen, maar in het buitenland is o.a. ervaring opgedaan in de Oostenrijkse vertalersgroep Versatorium, het Britse PoetTrio Experiment en de Duitse poëzie-vertaalprojecten VersSchmuggel en Poesie der Nachbarn. Ook zijn er verschillende internationale festivals in de aanloop waarvan vertalingen tot stand kwamen op grond van bundeling van krachten. Op deze manier kunnen nieuwe vertalers opgeleid worden in een bijzonder intensief en collectief mentoraatscollectief én er worden nieuwe vertaalgebieden ontsloten.
Het gehele project zien we als een noodzakelijke impuls tegen het langzaamaan verdwijnen van vertaalexpertise en voor het diversifiëren van literatuur in vertaling, door het verzamelen van nieuwe ervaringen en kennis – in de verwachting dat het project informatie oplevert over hoe en onder welke omstandigheden collectief vertalen vruchtbare resultaten oplevert die geschikt zijn voor publicatie én de verduurzaming van de overdracht van kennis tussen de betrokken personen.
Het project ‘Vertaalcellen’ wil bijdragen aan een levendige en diverse Nederlandse vertaalcultuur. Het wordt zichtbaar gemaakt via jaarlijkse presentaties en in de te verwachten bijdragen aan de themanummers en bijzondere uitgaven van Terras. Doordat nieuwe en tot nog toe nauwelijks of niet vertaalde stemmen uit de wereldliteratuur beschikbaar worden gemaakt voor een Nederlandstalig publiek, wordt ook de literatuur en de taal van de lage landen potentieel ruimer – indachtig de uitspraak van Raster-redacteur Jacq Vogelaar over de Nederlandse poëzie: ‘als die niet door poëzie van elders gevoed of bevrucht wordt, verpietert ze.’
Met steun van het Cultuurfonds worden in de jaren 2024 en 2025 vijf vertaalcellen ingericht en aan het werk gezet, te beginnen met Lets en Indonesisch. Terras wil graag samenwerken met geïnteresseerde vertalers en instellingen. Sommige vertaalcellen zullen internationaal functioneren en gebruikmaken van digitale middelen van samenwerking; andere komen bij elkaar op plekken in de Nederlandse wereld van het vertalen, overal waar onze vertaalcultuur kan blijven bloeien.
Namens Terras,
Anna Eble
Ton Naaijkens
Spread the word! We stellen het zeer op prijs als dit bericht verder verspreid wordt.
Meer informatie: redactie@tijdschriftterras.nl
Het project komt tot stand dankzij een bijdrage van het Cultuurfonds. Terras wordt ondersteund door het Nederlands Letterenfonds.